+31 43 20 03 270  Fregatweg 51, 6222 NZ, Maastricht, the Netherlands

Dit bedrijf in Maastricht recyclet netten die in zee dreven, maar heeft last van spotgoedkoop nieuw plastic – Volkskrant

Healix maakt oude netten en touwen uit de scheepvaart en de landbouw geschikt voor hergebruik, bijvoorbeeld als bierkratje. Maar alle groene ambities ten spijt hebben recyclebedrijven als deze het moeilijk.

Wie zich aan recycling waagt, loopt tegen onaangename verrassingen aan. Marcel Alberts, oprichter van Healix, weet er alles van. Staand in zijn kantoor houdt hij een zware metalen sluiting in zijn handen, vermoedelijk gebruikt om scheepsnetten mee te bevestigen. In het roestige oppervlak zitten diepe groeven. ‘Zoals je ziet is onze shredder hier redelijk op stukgelopen.’

Zo zijn er ook al grote keien, een gastank en een bolvormige boei in de machines van Healix beland. De ongenode gasten zaten verstopt tussen de netten en touwen die dit Maastrichtse bedrijf onder handen neemt, afkomstig uit de scheepvaart en landbouw. Een deel is uit de Atlantische Oceaan gevist door de Ocean Cleanup, de ngo van de Nederlandse uitvinder Boyan Slat.

Twee deuren verderop, in de recyclefabriek zelf, wordt het touw via een stelsel van buizen en lopende banden door metershoge machines geleid. Die hakken de grove kluwen in fijne vezeltjes, wassen ze schoon en smelten ze om tot korreltjes plastic. Andere bedrijven maken hier weer nieuw touw van, of kratjes voor flessen Coca-Cola en Corona.

Voordat hij zich bezighield met recycling, zat Alberts (47) jarenlang in de handel van kunststofvezels voor touwen en netten.

Eerst bij chemiereus DSM, daarna met een eigen bedrijf, EuroFibers. Die onderneming verkocht hij in 2019 voor een onbekend bedrag aan een private equityfonds. Hij bleef wel directeur.

In die jaren groeide zijn besef dat zijn branche een afvalprobleem heeft. Een foto van een zeeschildpad verstrikt in een azuurblauw net, winnaar bij de World Press Photo-wedstrijd van 2017, zat hem dwars. ‘Want ja, dacht ik, ik verkoop die vezels.’

Hij zat indertijd ook bij overleggen van de branchevereniging van Europese touwen- en nettenmakers. ‘Daar was vaak ook iemand van de Europese Commissie bij. Die vertelde dan: ‘Jullie worden straks verantwoordelijk voor de verwerking van jullie eigen producten nadat ze zijn afgedankt.’ Ik zag mijn klanten een beetje achteroverleunen, zo van: ‘Het zal allemaal wel. Nog een half uurtje, dan gaan we lekker lunchen.’’

Maar zeker toen de Commissie de Green Deal presenteerde, met maatregelen die recycling moeten bevorderen, zag hij die houding veranderen. De bedrijven beseften dat ze toch echt moesten gaan nadenken over het hergebruik van hun touwen en netten. Alberts zag een gat waar hij in kon springen.

Bij EuroFibers miste hij bovendien de spanning van de begindagen, toen hij het bedrijf nog moest opbouwen. ‘Dat was een beetje alsof je met een motor door de bergen scheurt: je weet nooit wat je na de volgende bocht tegenkomt. Ik voelde me op het laatst meer een buschauffeur op de snelweg.’

Het begin van Healix viel samen met het begin van de pandemie

‘Onze kinderoppas Sjoerdje (Meijers, red.) deed een studie over duurzaam ondernemen aan de Wageningen Universiteit. Eigenlijk zou ze stage lopen in Argentinië, maar dat ging niet door vanwege corona. Toen zei ik: wil jij voor je afstudeerstage helpen om een businessplan te schrijven voor mijn nieuwe bedrijf?’ Inmiddels doet Meijers er de marketing en communicatie.

Stukken metaal en steen waren niet de enige verrassingen waarmee het jonge bedrijf te maken kreeg. Zand bleek de messen van de shredder al binnen enkele uren bot te maken. Om de haverklap raakte de spoelmachine verstopt. Alberts: ‘Eigenlijk zou onze installatie 500 duizend kilo per maand moeten kunnen draaien. Maar de eerste maand zaten we op 18 duizend kilo. Dat liep dus voor geen meter.’

De afgelopen jaren heeft Healix zijn machinerie verfijnd en uitgebreid. Zo kwam er een tweede shredder bij. Het bedrijf ontwikkelde een nieuwe manier om de vezels schoon te maken: ze worden met water door kronkelige tunneltjes geperst waarin zand en ander vuil blijven hangen. In een hoek staat het eindresultaat: zakken van honderden kilo’s vol korreltjes plastic. Meestal zijn die zwart. ‘Er hoeven maar een paar stukjes zwart touw tussen te zitten, en al het recyclaat kleurt zwart’, verklaart Alberts. Wil het bedrijf witte korrels leveren − nodig voor kratjes die bijvoorbeeld rood gekleurd moeten worden − dan moet het dus partijen met louter kleurloze touwen of netten verwerken. Zoals bloembollennetten.

Nu de meeste technische obstakels zijn overwonnen

zou het oogsttijd moeten zijn. Maar sinds vorig jaar is de markt voor plasticrecyclers sterk verslechterd. Nadat Chinese en Amerikaanse plasticfabrikanten na de pandemie hun productie razendsnel hadden opgeschroefd, ontstond er een overschot aan nieuw plastic. De prijs halveerde, wat voor veel bedrijven reden was om gerecycled plastic links te laten liggen. Dit jaar gingen al twee Nederlandse recyclebedrijven failliet.

Ook bij Healix liepen klanten weg. Het bedrijf is daardoor nog verlieslatend. Dat het niet is omgevallen, is te danken aan enkele investeerders en bedrijven die blijven geloven in de toekomst van recycling, zegt Alberts. Hij prijst Coca-Cola en Corona dat zij wél gerecycled plastic gebruiken. Touwenmaker Tama legt zelfs geld bij.

Alberts’ frustratie is zichtbaar als hij over de situatie spreekt. ‘Een investeerder zei laatst tegen me: ‘Weet je Marcel, je bent een brug aan het bouwen in de mist. Ergens is er een overkant, alleen weet je niet hoever die nog is. Ik wacht liever tot de mist is opgetrokken voor ik geld inleg.’’

Den Haag laat het afweten, vindt hij. ‘Het is niet dat wij te duur zijn, nieuw plastic is veel te goedkoop. Zolang er geen wet- en regelgeving is om bijvoorbeeld de milieukosten in te prijzen, zoals een belasting op nieuw plastic, blijft die mist hangen.’

Zeker in januari, toen de Nederlandse plasticsorteerder en -recycler Umincorp failliet ging, was de sfeer bij Healix niet best. ‘Maar voor de zomer hebben we gezegd: we kunnen wel bij de pakken neer gaan zitten, maar the future is bright. Met die insteek zijn we ook weer gesprekken met investeerders aangegaan.’

Dit artikel is geplaatst door de Volkskrant, door Niels Waarlo met foto’s Raymond Rutting – Lees het artikel hier.